Profiel
Barbara Kletter (27-09-1960) is een Nederlands autonoom beeldend kunstenaar, gevestigd in Amsterdam.
Ze maakt haar beelden - vaak met bewegende elementen - in combinaties van metaal en andere materialen, 
en in combinaties van zowel ambachtelijke als industriële technieken. Daarnaast boetseert ze in was staande
mensfiguren. Zij streeft naar sculptuur met een vanzelfsprekende, natuurlijke lichamelijkheid. Dit bereikt zij on-
der meer door een gladde, gematteerde afwerking, die het ervaren oppervlak zo klein en helder mogelijk maakt. 
In opdrachten gaat ze open en onderzoekend te werk op bijzondere locaties en in inspirerende situaties
Haar beelden hebben een sterke relatie met de ruimtelijke (en historische) context van de omgeving, waarin
ze geplaatst worden. 
De belangrijkste thema’s in haar werk draaien om in beweging komen en verandering van perspectief
Beweging betekent leven, vitaliteit, nieuwsgierigheid, groei, ontwikkeling. Haar beelden verhouden zich niet
alleen tot de ruimte waarin ze staan, maar ook tot de menselijke maat.  Veel van haar beelden hebben een 
gebruiksfunctie, in die zin dat zij dikwijls een andere positie in de ruimte kunnen aannemen, en/of voor mensen
toegankelijk zijn. Een enkele keer geeft zij een werk ook een toegepaste functie (brug, lampen, bank). 
Het werk is steeds in ontwikkeling. Haar drijfveer is haar nieuwsgierigheid naar het 'momentum': de wijze waar-
op - en wanneer - beweging in/van haar beelden tot stand komt, meestal door interactieve betrokkenheid van
de toeschouwer, zoals ook in haar laatste beeld Lichttuin. Treedt beweging in haar vroegste werk op binnen het
stilstaande beeld, later kan deze soms ook een weg afleggen. In een van haar latere projecten bepalen de jong-
ste leerlingen van een vmbo-school de - steeds wisselende - bestemmingen van het beeld De Ronde Kamer op
wielen, dat overal op het Pauzeplein kan staan. 

Achtergrond en opleiding
Barbara Kletter groeit op in Haarlem, bij bossen, duinen en zee. Ze komt veel in musea, maakt altijd 'dingen' en 
interesseert zich al jong voor onder meer natuur en techniek, beeldende kunst, poëzie en muziek. Bij Elias Ariz-
curen studeert ze cello, en doet ervaring op in orkesten.
Na het Atheneum (B) studeert zij Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, maar
tijdens de studie komt zij tot het inzicht dat ze haar ware passie - de beeldende kunst - moet volgen.
In de studie Beeldhouwen & boetseren - aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag - is 
er enerzijds veel aandacht voor klassieke beeldhouw- en boetseertechnieken (reliëf-, portret- en modelboetseren,
penningen maken, steenhakken, houtsnijden) bij o.m. Geer Steyn, en is er de mogelijkheid te werken met verspa-
nende en niet-verspanende metaalbewerkingen, waaronder diverse lasmethodes. Anderzijds ontwikkelt Barbara
Kletter zich bij Krijn Giezen op conceptueel terrein. In het derde jaar maakt zij tijdens een Student Exchange op
de Kunstacademie van Sunderland (Engeland) haar eerste beeld met beweging, in zandsteen en brons. 
Na de Academie bekwaamt zij zich verder bij roestvaststaalverwerkingsbedrijf Tevako, en bij diverse andere me-
taalfabrieken en bedrijven, waar zij haar grotere werk uitvoert, in samenwerking met anderen. In de industrie er-
vaart Barbara Kletter pas echt het verschil tussen het uitbesteden van haar werk, ten opzichte van het zelf ma-
kenZelf maken geeft haar de volle vrijheid oorspronkelijke oplossingen te volgen, om – net als in een boetseer-
proces – bij haar opvatting van het hele lichaam te kunnen blijven en bij de toepassing van de juiste combinaties
van materialen, die binnen het beeld eigen functies hebben.
    
   

  
 
 
Lassen aan bronzen beelden.
   
Zonder titel, eerste beeld met beweging.
 
Foto boven: Sciapods, eenbenige men-
sen uit het 13e-eeuwse Der Naturen
Bloeme van Jacob van Maerlant.
Tijdens haar studie Nederlands bestu-
deert Barbara Kletter dit rijk verluchte,
magische manuscript in de Koninklijke
BibliotheekHet brengt haar tot het in-
zicht dat zij haar weg definitief zal ver-
volgen in de beeldende kunst.
    
April 1968.
 
Al jong werd ze zich bewust van de schoon-
heid van haar cello, een bijzonder drie-
dimensionaal object. De maat verhoudt zich
zo mooi tot het menselijk lichaam en de
verschillende onderdelen - met elk hun
eigen functie - werken zo wonderlijk met el-
kaar samen om tot mooie muziek te komen:
o.m. de klankkast van hout (fijnspar, es-
doorn, ebben), de hars op het paardenhaar
van de strijkstok (van letterhout) op darm- 
en metaalsnaren, en de uitschuifbare meta-
len pen met vleugelmoer, waarop de cello
steunt.