Uit: Het speeltje van Barbara Kletter
(…)
Het Bestuur van de Vereniging voor Penningkunst heeft Barbara Kletter gevraagd een experimentele pen-
ning te ontwerpen. Het onderwerp was vrij. De penning van Barbara Kletter is zo’n typische beeldhouwpen-
ning geworden, misschien niet zoals we de meeste penningen kennen. Haar fascinatie omtrent de ruimte
heeft haar ertoe gebracht om tot deze opvatting over het begrip penning te komen. Het is kenmerkend dat zij
de penning de titel Uitdijend Heelal heeft meegegeven. Klein van materie, maar onbeperkt in zijn beweging.
(…)
Het experiment heeft geleid tot een zorgvuldig afgewogen object dat sterk het karakter van een speeltje heeft.
Zoals in de traditie van de Nederlandse penningkunst het tactiele aspect een belangrijk onderdeel van het
kijken is, zo worden we in de penning van Kletter gedwongen de vormelementen te verschuiven, waardoor
een nieuw gezicht ontstaat met een nieuwe mogelijkheid tot dynamiek.
De penning is aangenaam zwaar. Fraai is de tekst die aan de ellips, het optisch zwaarste gedeelte van de pen-
ning, een ijle sfeer geeft. Je kunt er zo mooi doorheen kijken naar het licht. Gewicht en materiaal gaan samen.
Het staal heeft een matte glans en dit geeft het geheel een toon van ‘het koele verstand en het warme hart’.
De penning is helder en het gevoel voor maat en verhouding is het eerste dat opvalt. De contrasten dun, dik,
bol, ellips, massa en ruimte, zijn in een mooie verhouding ten opzichte van elkaar geordend.
(…)
Via het geschuurde staal wordt het licht uitgestraald. Het licht dijt uit. Opvallend zijn de twee bolletjes op het
dikke gedeelte van de staaf, die zijn onbeweegbaar. Zij symboliseren ogen, volgens Kletter. Behalve een meta-
forische waarde verlenen deze kleine details een zekere maat aan de gehele penning. Iets is groot als er iets
kleins tegenover staat. Als puntjes op de i geven deze bolletjes beeldscherpte aan de penning.
In het werk van Kletter komt het thema kijkinstrument vaker voor. Ook deze penning is voor haar een kijker,
een richter van het oog. Niet alleen kijken we objectiverend naar dit speeltje, maar via het gaatje door de staaf
heen, richten we ons oog naar buiten, waarmee het oog onderdeel van de penning wordt. Kijken en bekeken
worden. Artistiek gesproken pakt Kletter een opdracht grondig aan. Een haast wetenschappelijk onderzoek
gaat aan haar eerste ideeën vooraf. Voordat een penning ontstaat, worden alle Beeldenaars uitgeplozen, be-
zoekt zij het Penningkabinet te Leiden, leest zij boeken over sterrenkunde. Werkboeken met mooie tekeningen
en commentaren, vragen en twijfels worden gemaakt, waarmee zij de weg bakent voor de eerste gemateriali-
seerde ideeën. Bewegende principes van bijzondere horloges uit het Klokkenmuseum in de Zwitsers Jura wor-
den bestudeerd. Teylers museum, haar favoriete museum (waar zijn in 1994 haar paddestoelenproject expo-
seerde: glazen objecten in houten kistjes, die in het museum een installatieachtig geheel vormden), en Het
Tinguelymuseum te Basel krijgen een extra bezoek. Er breekt bij haar een koorts uit, die nodig is om haar uit-
spraak, haar betrokkenheid bij het onderwerp in de wereld te zetten. Een breed onderzoek convergeerde naar
een kleine penning met een wijde betekenis.
(…)
Haar beeldende ontwikkeling tot nu toe vertoont een constante lijn waarmee zij op de academie al begon.
Zij is een evolutionist. Zij zoekt naar de beeldende kracht van de beweging. Zij creëert haar eigen machines
waar irrationele toevoegingen de kracht van het zinloze op poëtische wijze visualiseren. Haar werk is sterk
aanwezig. Behalve door er naar te kijken nodigt haar werk de toeschouwer uit fysiek onderdeel van de ex-
pressie te zijn.
(…)
Hoe extreem deze penning in de ogen van sommigen ook moge lijken, wanneer we de vorm en het materiaal
bekijken, is de kwalitatieve waarde het resultaat van een typische penninggedachte. In haar toelichting schrijft
zij: ‘Hij past gemakkelijk in de palm van je hand. Hij mag relatief zwaar wegen. Er is een tekst, een logo, jaartal
en naam. Zonder dat ik klassieke opvattingen over de penning helemaal los kon of wilde laten, slopen er steeds
meer van mijn geliefde bezigheden in die de belangrijkste uitgangspunten zouden worden bij het uiteindelijke
ontwerp.”
Uitdijend Heelal, een uitdagender titel om de grenzen van de penningkunst te verkennen, kan ik me niet voor-
stellen.”
Uit: De Beeldenaar 1998-1(2), Het speeltje van Barbara Kletter door Geer Steyn